In België bestaat er geen specifieke wet die het opnemen van een gesprek, waaraan men zelf deelneemt, verbiedt.
Men kan dus gesprekken tussen zichzelf en een derde opnemen, zonder hiervoor gestraft te worden.
Uiteraard doet dit heel wat vragen rijzen. Zijn er dan geen andere regels die het opnemen van gesprekken kunnen tegenhouden? Wat met de bescherming van de rechten van de mens?
Zelfs artikel 8.1 EVRM die het recht op privacy waarborgt, belet het louter opnemen van een gesprek door een deelnemer aan dit gesprek zonder medeweten van de andere deelnemers niet.[1]
Wel kan men deze opgenomen (telefoon)gesprekken niet zo maar publiekelijk verspreiden.
Op grond van artikel 314bis, §2, lid 2 van het Strafwetboek wordt gestraft “hij die, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, gebruik maakt van een wettig gemaakte opname van niet voor publiek toegankelijke communicatie of gegevens van een informaticasysteem.”
Als men de opnames gebruikt voor een andere reden dan voor zichzelf en om een andere reden zoals voorzien in artikel 314bis, §2, tweede lid Sw. – dus bijvoorbeeld met het oog op bewijsvoering, maar evenzeer indien men de opnames van het gesprek onbewust overmaakt aan een derde – kan dit wel een schending van artikel 8 EVRM uitmaken.[2]
Het Hof van Cassatie heeft onder meer in haar arrest van 9 september 2008 bepaalt dat men, in het licht van de specifieke omstandigheden waarin het opnemen van het gesprek en het verspreiden van het opgenomen gesprek geschiedde, een schending van artikel 8 EVRM zal kunnen vaststellen. Hierbij neemt de rechter het criterium van de redelijke privacyverwachting van de deelnemers aan het gesprek en het beoogde doel van de opname in overweging.[3]
Dit is geen gemakkelijke opgave.
De rechter zal rekening houden met onder meer de inhoud van het gesprek, de omstandigheden waaronder het gesprek plaatsvond, de hoedanigheid van de deelnemers aan het gesprek en de hoedanigheid van de bestemmeling van de opname.
Als men de opgenomen gesprekken verspreidt, bestaat er bovendien uiteraard nog kans dat men vervolgd wordt voor andere strafrechtelijke inbreuken, zoals bijvoorbeeld laster en eerroof. Als men de opgenomen gesprekken bewust verspreidt om bijvoorbeeld iemand anders ten schande te maken, is artikel 314bis, §2, tweede lid Sw. van toepassing.
Wenst u zelf een (telefoon)gesprek op te nemen in het licht van de bewijsvoering in een geschil of bent u zelf slachtoffer van een ten onrechte opgenomen gesprek, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze specialisten voor verder advies en bijstand. Klik hier om contact met ons kantoor op te nemen.
Nota bene 1: het Hof van Cassatie heeft eveneens toegestaan dat een cliënt een gesprek tussen hem en zijn raadsman kan opnemen zonder dat dit een schending van beroepsgeheim uitmaakt (artikel 458 Sw.).[4] Of we dit een goed idee vinden, is natuurlijk nog iets anders…
Nota bene 2: Het opnemen van telefoongesprekken waaraan men zelf niet deelneemt, is wel opgenomen in het Belgische Strafwetboek en is enkel in het licht van zeer specifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in het raam van bijzondere opsporingstechnieken, toegestaan.
Bronnen:
Cass. 9 januari 2001, Arr.Cass. 2001, 26.
Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.
Cass. 17 november 2015, RW 2017, 380.
R. Verstraeten, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 2007, 876.
P. Arnou, “Eigen telefoongesprekken opnemen mag van Cassatie”, Juristenkrant 2001, afl. 25, 5.
[1] Cass. 9 januari 2001, Arr.Cass. 2001, 26; Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.
[2] Cass. 9 september 2008, Arr.Cass. 2008, 1890.
[3]Ibid.
[4]Cass. 17 november 2015, RW 2017, 380.
———————————————————————————————————————–
L’enregistrement des conversations
Il n’existe en Belgique aucune loi spécifique qui interdit d’enregistrer une conversation (par exemple téléphonique) à laquelle on prend part.
On peut donc enregistrer des discussions avec un tiers, sans encourir la moindre peine.
Cela soulève naturellement bien des questions. N’y aurait-il pas d’autres règles qui pourraient empêcher l’enregistrement de ces conversations ? Quid de la protection des Droits de l’Homme ?
Même l’article 8.1 de la Convention Européenne des Droits de l’Homme (CEDH), qui garantit le droit au respect de la vie privée, n’interdit pas le simple enregistrement d’une discussion par une personne qui y participe, à l’insu des autres participants[1].
Il n’est toutefois pas nécessairement permis de rendre publiques ces discussions (téléphoniques ou non).
L’article 314bis, §2, al. 2 du Code pénal punit « quiconque, avec une intention frauduleuse ou à dessein de nuire, utilise un enregistrement, légalement effectué, de communications non accessibles au public ou de données d’un système informatique ».
Si l’on utilise les enregistrements à une autre fin que pour soi-même et même dans d’autres objectifs que ceux mentionnés dans l’article 314bis, §2, al. 2 C.P. – par exemple en vue de s’en servir comme preuve mais égalent si l’on transmet les enregistrements inconsciemment à des tiers – cela peut constituer une violation de l’article 8 de la CEDH[2].
Dans son arrêt du 9 septembre 2008, la Cour de cassation a notamment décidé que, à la lumière des circonstances particulières dans lesquelles se produisent l’enregistrement d’une discussion et le partage de l’enregistrement, l’on pourra considérer qu’il s’agit d’une violation de l’article 8 de la CEDH. Le juge prendra en compte le critère de l’attente raisonnable du respect à la vie privée des participants à la discussion et l’objectif de l’enregistrement[3].
Ce n’est naturellement pas une tâche facile.
Le juge prendra en compte notamment le contenu de la conversation, les circonstances dans lesquelles cette conversation s’est tenue, la qualité des participants, et la qualité du destinataire de l’enregistrement.
En cas de partage d’un enregistrement, existe naturellement également le risque d’être poursuivi pour d’autres infractions pénales, par exemple la calomnie ou la diffamation. Si l’enregistrement est volontairement partagé par exemple à dessein de nuire à une personne, l’article 314
bis, §2, al. 2 du Code pénal sera d’application.
N.B. 1: la Cour de cassation a également estimé qu’un client qui enregistre une conversation entre lui et son conseil ne viole pas le secret professionnel garanti par l’article 458 du Code pénal[4]. Quant à savoir s’il s’agit selon nous d’une bonne idée, c’est naturellement une toute autre question.
N.B. 2: L’enregistrement de conversations téléphoniques auxquelles on ne participe pas, est bien prévue dans le Code pénal belge. Cet enregistrement n’est permis que dans des circonstances très spécifiques, comme par exemple dans le cadre de techniques particulières de recherche.
Sources:
Cass., 9 janvier 2001, Arr.Cass. 2001, p. 26.
Cass., 9 septembre 2008, Arr.Cass. 2008, p. 1890.
Cass., 17 novembre 2015, R.W. 2017, p. 380.
R. Verstraeten, Handboek Strafvordering, Antwerpen, Maklu, 2007, p. 876.
P. Arnou, “Eigen telefoongesprekken opnemen mag van Cassatie”, Juristenkrant 2001, n°25, p. 5.
[1] Cass., 9 janvier 2001, Arr.Cass. 2001, 26; Cass. 9 septembre 2008, Arr.Cass. 2008, p. 1890.
[2] Cass., 9 septembre 2008, Arr.Cass. 2008, p. 1890.
[3]Ibid.
[4] Cass., 17 novembre 2015, R.W. 2017, p. 380.