Bewijswaarde SMS-bericht
30 september 2014

Kan een sms-bericht worden gebruikt als bewijs in een rechtszaak?

 

Door de digitalisering van de maatschappij wordt er steeds meer gebruik gemaakt van elektronische documenten. Ondanks de vele voordelen die elektronische documenten met zich mee brengen, zijn er ook enkele juridische nadelen aan verbonden . Hoe zit het bijvoorbeeld met de bewijswaarde van deze documenten? De rechtspraak stelt dat onder andere een e-mail beschouwd kan worden als rechtmatig bewijs onder bepaalde voorwaarden. Maar wat met een sms-bericht? Kan dit worden gebruikt als bewijs?

 

Het Hof van Beroep te Antwerpen deed hierover uitspraak in haar arrest van 29 april 2013. Eiseres in beroep beweerde dat zij een bedrag van 27.000 euro had uitgeleend aan verwerende partij. Laatstgenoemde betwiste echter dat zij deze som ooit van eiseres had geleend.

 

Aangezien eiseres zich beroept op het bestaan van een lening, dient zij daarvan ook het bewijs te leveren, met name dat:

–          Het geld effectief ter beschikking werd gesteld aan de ontlener, hetwelk kan worden bewezen met alle middelen van het recht;

–          De ontlener zich er effectief toe verbonden heeft om dit bedrag terug te betalen. Dit moet in casu worden bewezen met inachtneming van artikel 1341 BW omdat het bedrag groter is dan 375 euro

 

Artikel 1341 BW luidt als volgt: “Een akte voor een notaris of een onderhandse akte moet worden opgemaakt van alle zaken die de som of de waarde van 375 EUR te boven gaan, zelfs betreffende vrijwillige bewaargevingen; het bewijs door getuigen wordt niet toegelaten tegen en boven de inhoud van de akten, en evenmin omtrent hetgeen men zou beweren voor, tijdens of sinds het opmaken te zijn gezegd, al betreft het ook een som of een waarde van minder dan 375 EUR. Een en ander onverminderd hetgeen wordt voorgeschreven in de wetten betreffende de koophandel.”

 

Er werd tussen partijen echter geen onderhandse akte (noch een notariële, maar dat laten we hier terzijde) opgemaakt die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 1326 BW, hetwelk stelt dat een onderhandse akte die een partij verbindt om een geldsom of waardeerbare zaak te betalen, moet geschreven zijn met de hand of dat er minstens ‘goed voor’ of ‘goedgekeurd voor’ geschreven moet zijn. Tevens moet ook de som of de hoeveelheid van de zaak voluit in letters uitgedrukt worden.

 

Hoewel de voorwaarden van voormelde artikelen in dit geval niet vervuld waren, deed eiseres een beroep op artikel 1347 BW, hetwelk voorziet in een uitzondering op de artikelen 1341 en 1326 BW. Op basis van dit artikel kan eiseres gebruik maken van een begin van bewijs dat samen met aanvullende vermoedens en/of getuigenbewijs het volledige bewijs kan leveren. Er dient cumulatief vaan drie voorwaarden te zijn voldaan:

–          het begin van bewijs moet een geschreven akte uitmaken;

–          de geschreven akte moet uitgaan van de verweerder;

–          de geschreven akte maakt het beweerde feit waarschijnlijk

 

 

Het Hof van Beroep vond dit evenwel problematisch omdat niet bewezen kon worden dat het sms-bericht in kwestie effectief uitging van verweerster. Het Hof gaf daarbij aan dat een sms geen geschreven, noch een elektronische handtekening bevat. Hieruit kan worden afgeleid dat in principe iedereen van om het even welke gsm een sms kan versturen naar iemand anders, wat betekent dat de naam van de afzender van een sms-bericht in theorie kan worden gemanipuleerd. Het Hof van Beroep vergeleek in die zin een sms-bericht met een niet-ondertekend document dat werd opgesteld op papier met briefhoofd van een natuurlijke persoon of rechtspersoon. Volgens het Hof van Beroep te Antwerpen heeft dergelijk document eveneens geen bewijswaarde.

 

Het Hof van Beroep besluit dat een sms-bericht niet als begin van bewijs kan worden beschouwd waardoor eiseres in rechte faalt het bestaan van de lening aan te tonen.

 

Men kan hieruit concluderen dat het Hof van Beroep een strenge interpretatie hanteert van artikel 1347 BW. Zo wordt vermeden dat men op te eenvoudige wijze het gebrek aan een authentieke of onderhandse akte zou kunnen opvangen.[1]

 

Het Hof van Beroep te Gent nam in haar arrest van 26 september 2013[2] dan weer een soepelere houding aan en aanvaardde een sms-bericht als begin van bewijs door geschrift. Zij achtte de drie cumulatieve voorwaarden van artikel 1347 BW wel degelijk vervuld.

 

Maar daarmee is de kous niet af. Een begin van bewijs maakt geen volwaardig bewijs uit.

Welke van de twee uitspraken navolging krijgt, zal de toekomst dan ook moeten uitmaken.

 

Veel zal o.i. afhangen van het feit of de sms en de inhoud ervan al dan niet werden bevestigd of ontkend door de partij waaraan deze sms wordt toegeschreven.

 

Wees in alle geval voorzichtig in alle elektronische verkeer daar de inhoud van Uw elektronische berichten wel eens tegen U zouden gebruikt kunnen worden…

 

Anything you sms may be used against you in a Court of Law!

 

 

[1] Antwerpen 29 april 2013, NJW 2014, 319 – 322, noot C. Lebon.

[2] Gent 26 september 2013, Juristenkrant 2013, 2.